Net op Groen brengt regionale energie-initiatieven rondom netcongestie samen
Het elektriciteitsnet staat onder druk en de gevolgen zijn inmiddels in vrijwel alle sectoren voelbaar. Bedrijven moeten langer wachten op een aansluiting, verduurzamingsplannen lopen vertraging op en de energietransitie stokt. Toch was de boodschap tijdens Net op Groen Noord-Nederland op 13 november 2025 verrassend hoopvol: er ís ruimte op het net, als we het slimmer gebruiken én samenwerken.
Tijdens het evenement kwamen meer dan honderd professionals uit Noord-Nederland samen om in gesprek te gaan over de uitdagingen én vooral de oplossingen van netcongestie in de regio.
Waarom het net volloopt en waarom uitbreiden alleen niet genoeg is
Het programma begon met een presentatie van Enexis, waarin Yorick Boshuijzen uitlegde waarom het elektriciteitsnet in Noord-Nederland zo onder druk staat. “Veel mensen denken nog: ‘bereid het net gewoon uit en leg meer kabels’. Maar de situatie is ingewikkelder dan dat,” stelde hij. Het huidige net is namelijk ontworpen voor een energiesysteem dat jarenlang stabiel en voorspelbaar was. De groei van zonnepanelen, warmtepompen, elektrisch vervoer en elektrificatie in de industrie heeft dat evenwicht in hoog tempo veranderd. Vooral de snelle opmars van teruglevering en de grote pieken in vraag en aanbod zorgen voor een dynamiek die het traditionele net niet altijd aankan.
Boshuijzen schetste dat netbeheerders wel degelijk fors investeren in uitbreiding en verzwaring, maar dat dit proces per definitie langzaam gaat. Het vinden van geschikte locaties voor nieuwe stations vraagt zorgvuldige afstemming met gemeenten en provincies, terwijl vergunningstrajecten en de schaarste aan technisch personeel de uitvoering verder vertragen. Bovendien moet het regionale net meebewegen met het hoogspanningsnet van TenneT, waar nieuwe verbindingen vaak acht tot tien jaar voorbereiding en bouw vergen. Zelfs als vandaag de schop in de grond gaat, duurt het dus jaren voordat extra capaciteit daadwerkelijk beschikbaar is.
Daar komt bij dat de vraag naar elektriciteit zó snel groeit, dat uitbreiding alleen de opmars niet kan bijbenen. Volgens Boshuijzen is het simpelweg niet realistisch om het net eindeloos te blijven vergroten; de maatschappelijke kosten zouden enorm zijn en in de ondergrond ontstaat weinig fysieke ruimte voor nóg meer kabels. Daarom wordt het steeds belangrijker om anders naar het energiesysteem te kijken. Niet alleen groter, maar slimmer.
In die nieuwe werkelijkheid speelt de gebruiker een grotere rol dan vroeger. Bedrijven zijn niet langer alleen afnemer, maar steeds vaker zowel producent, verbruiker als flexibiliteitspartner. Wie inzicht krijgt in zijn eigen energieprofiel, ontdekt vaak dat piekmomenten kunnen worden verplaatst, dat teruglevering anders kan worden gestuurd of dat samenwerking met omliggende bedrijven ruimte oplevert die er op het eerste gezicht niet lijkt te zijn.
Zijn boodschap was duidelijk: de energietransitie vraagt om een gezamenlijke inspanning. Uitbreiding blijft nodig, maar het is niet voldoende. Het is juist de combinatie van technische oplossingen, veranderend gebruiksgedrag en regionale samenwerking die de energietoekomst van Noord-Nederland bepaalt. Het nieuwe energiesysteem is complexer, maar het biedt ook veel kansen. Als we anders leren kijken en samenwerken, houden we het net betaalbaar én versnellen we de energietransitie.
Daarna volgden drie regionale praktijkvoorbeelden die laten zien hoe Noord-Nederland al volop experimenteert met nieuwe oplossingen.
Groningen Stroomt Door – Bob van Ulsen
De eerste case die tijdens het plenaire programma werd uitgelicht, was Groningen Stroomt Door. In de stad Groningen werken bedrijven, gemeente en netbeheerder samen om inzicht te krijgen in het daadwerkelijke verbruik, de pieken en de knelpunten binnen verschillende delen van de stad. Wat deze case bijzonder maakt, is dat partijen niet wachten tot het net wordt uitgebreid, maar actief onderzoeken welke ruimte al binnen bereik ligt. Door data te delen, processen beter op elkaar af te stemmen en te kijken naar lokale flexibiliteit, ontstaat er ruimte waar eerst nog geen ruimte leek te zijn.
Het project laat zien dat gebiedsgericht werken écht verschil kan maken. Niet door te denken in individuele aansluitingen, maar door bedrijven te benaderen als onderdeel van een groter energiesysteem. Door samen te experimenteren met opslag, flexibiliteit en slim sturen, ontstaat een handelingsperspectief dat de stad vooruithelpt. Groningen toont daarmee hoe een stedelijke omgeving, met verschillende typen bedrijven en gebruikers, toch concrete stappen kan zetten richting een toekomstbestendige energievoorziening.
Energiehub Boekelermeer – Joep Sanderink
De tweede case bracht de bezoekers naar Noord-Holland Noord, naar het bedrijventerrein Boekelermeer. Daar wordt gebouwd aan een energiehub die bijna model staat voor het geïntegreerde energiesysteem van de toekomst. Op dit terrein wordt duurzame energie niet alleen opgewekt, maar ook lokaal opgeslagen, uitgewisseld en slim ingezet. Het doel is helder: ruimte creëren voor nieuwe bedrijvigheid en voor de bouw van woningen, in een regio die kampt met dezelfde knelpunten als veel andere delen van Nederland.
In het project REFORMERS werken lokale ondernemers, gemeenten, netbeheerder en kennispartners aan een systeem waarin batterijen, slimme contracten en flexibiliteit samenkomen. Wat in veel regio’s nog toekomstmuziek lijkt, krijgt hier al concrete vorm.
Energiehub Bargermeer – Jan Albert Westenbrink
De derde case bracht de aanwezigen naar Drenthe, naar het bedrijventerrein Bargermeer in Emmen. Waar Boekelermeer de blik op een toekomstbestendig energiesysteem richt, laat Bargermeer vooral zien wat er mogelijk is op de korte termijn. Bedrijven op dit grote industrieterrein staan voor urgente keuzes: hoe kunnen zij blijven groeien, verduurzamen en concurreren in een tijd waarin het net hun plannen soms belemmert?
In Bargermeer zoeken ondernemers daarom actief naar oplossingen die direct uitvoerbaar zijn. Niet alleen door te kijken naar nieuwe infrastructuur, maar juist door bestaande processen slimmer te organiseren. Bedrijven onderzoeken hier bijvoorbeeld hoe zij hun verbruik kunnen verschuiven, hoe ze lokaal kunnen opslaan of hoe directe lijnen tussen opwek en gebruik een verschil kunnen maken.
Van uitdaging naar oplossing
Na het plenaire programma verspreidden de bezoekers zich over de drie parallelsessies, telkens gekoppeld aan één van de regionale cases. Waar het plenaire deel vooral gericht was op inzicht en inspiratie, boden de parallelsessies een kans om dieper de praktijk in te gaan. De caseowners namen de deelnemers mee in de technische, organisatorische en soms ook beleidsmatige puzzels die achter elk project schuilgaan. Het waren sessies waarin duidelijk werd hoe complex de regionale energiesystemen in elkaar zitten, maar ook hoe groot de oplossingsruimte wordt wanneer partijen bereid zijn hun kennis te delen.
Een bijzonder element binnen deze sessies waren de pitches van drie innovatieve mkb-bedrijven per sessie, die ieder hun oplossing presenteerden. Deze bijdragen lieten zien hoe technologie en innovatie de gebiedsgerichte aanpak kunnen versterken. Denk aan systemen die het energieverbruik real-time kunnen sturen, oplossingen voor lokale opslag of slimme manieren om opwek en vraag binnen een terrein beter op elkaar af te stemmen. Het zorgde voor een inspirerende dynamiek: enerzijds de grote regionale vraagstukken, anderzijds concrete innovaties die binnen handbereik liggen.
Het innovatieve mkb heeft een andere dynamiek. Overheden en corporates zijn traag. We hebben echt wendbare, slimme, flexibele bedrijven nodig die de motor kunnen zijn om innovatie te dragen.
- Yang Soo Kloosterhof - Founder & CEO Powerchainger
Uit alle bijdragen klonk dezelfde boodschap: netcongestie is geen eindpunt, maar een startpunt voor vernieuwing. Door slimmer te sturen, lokaal samen te werken en nieuwe technologie toe te passen, ontstaat er ruimte, soms letterlijk, maar vooral: ruimte om te blijven groeien, verduurzamen en innoveren.
Net op Groen Noord-Nederland is een initiatief van New Energy Coalition, Rijksuniversiteit Groningen, FME European Digital Innovation Hub Noord-Nederland en Enterprise Europe Network.