NSH2V Ports laat zien hoe maritieme waterstofvalleien vorm krijgen

Het North Sea Hydrogen Valley Ports (NSH2V Ports)-project organiseerde op 9 oktober 2025 een parallelle sessie tijdens Wind Meets Gas 2025. Deze sessie had tot doel verder te gaan dan visiestatements: Ze wilden concreet laten zien hoe Europese havens en hun partners hun waterstofambities omzetten in operationele realiteit. New Energy Coalition is lead partner van het NSH2V Ports-project. 

Thematiek

Met NSH2V Ports als levend voorbeeld volgden ze drie met elkaar verweven thema’s:

  • Ruimte creëren voor nieuwe energiemoleculen, zowel fysiek als op het gebied van regelgeving;
  • Veiligheid en infrastructuur integreren in de dagelijkse havenactiviteiten; en
  • Samenwerking organiseren zodat oplossingen niet alleen binnen havens, maar ook tussen havens kunnen worden opgeschaald.

Deze thema’s werden onderzocht samen met sectorexperts Katja Naber van der Aa (Haven van Den Helder), Patrick Walison (Haskoning) en Noé van Hulst (IPHE). Hun gezamenlijke expertise op het gebied van havenontwikkeling en -beheer, energietransitie in havens en veiligheid door ontwerp, en internationaal waterstofbeleid bood een gefundeerd en toch toekomstgericht perspectief voor het toetsen van aannames, het afstemmen van ruimtelijke en veiligheidsplanning en het koppelen van lokale haveninitiatieven aan het veranderende Europese en mondiale beleidsklimaat.

Zij werden vergezeld door moderator prof. em. Catrinus J. Jepma van de Rijksuniversiteit Groningen en New Energy Coalition, wiens scherpe vragen en heldere synthese het gesprek in een praktische richting stuurden.
Dit artikel vat de belangrijkste thema’s en kernpunten van de sessie samen en belicht hoe maritieme waterstofvalleien in Europese havens van concept naar implementatie kunnen gaan.

Presentatie van NSH2V Ports project tijdens Wind meets Gas 2025.

Waarom havens ruimte moeten maken voor waterstof

Het panel kwam tot een duidelijke consensus: tijd is niet langer neutraal. Zoals Van Hulst benadrukte: “Hebben havens echt de keuze om geen ruimte te maken voor waterstof? Als we ons niet voorbereiden op de import en verwerking van brandstoffen zoals ammoniak en groene methanol, zal het bedrijf gewoon ergens anders heen gaan.” Zijn boodschap was bot maar waar: de energietransitie beloont paraatheid.

Havens die ruimte toewijzen, vergunningen stroomlijnen en duidelijke operationele kaders definiëren, zullen een magneet worden voor de volgende generatie maritieme investeringen. Havens die talmen, lopen het risico te worden gepasseerd wanneer toeleveringsketens zich herorganiseren rond nieuwe brandstoffen.

Op de kade is deze urgentie voelbaar. Walison beschreef de evenwichtsoefening: “Havens worstelen met ruimtelijke ordening. Bij waterstof gaat het minder om helemaal opnieuw bouwen en meer om het herontwikkelen van wat er al is, en dat op een veilige manier.” Hij waarschuwde dat de industrie sneller gaat dan de regelgeving en dat “als we ruimte, veiligheid en procedures niet parallel plannen, we het momentum zullen verliezen aan anderen die dat wel doen.”

Nieuwe moleculen, nieuwe aanpak

Waterstof en zijn derivaten zijn niet ‘zomaar een brandstof’. Ze veranderen het ritme van het havenleven: van ontwerpnormen tot opleiding, van detectiesystemen tot noodhulp. Daarom moeten havens een andere aanpak hanteren om de transitie naar waterstof te vergemakkelijken.

Naber van der Aa deelde de aanpak van Den Helder: “We zijn stap voor stap bezig met het koolstofarm maken van onze haven. Walstroom voor grotere schepen is al aanwezig en de eerste afname en productie komt op gang, denk aan het waterstofstation van Teal Mobility en de elektrolyse-installatie van Statkraft.”

Uit de discussie kwam één ding duidelijk naar voren: infrastructuur moet worden behandeld als een ecosysteem, niet als een verzameling op zichzelf staande projecten. Walison merkte op dat “havens een cruciale rol kunnen spelen als nieuwe hub voor energieproductie, handel, eindgebruikers en bunkering. Dit vereist een sterke betrokkenheid van de spelers in de sector en een duidelijk beeld van de toekomstige geïntegreerde energiesystemen”, maar het koppelen van netcapaciteit, opslag, bunkering en havenactiviteiten kan leiden tot snellere vergunningverlening, lagere kosten en sterkere vraagsignalen.

Havensamenwerking als schaalvergrotingsstrategie

Havens opereren niet geïsoleerd en moeten ook niet geïsoleerd leren. Walison verwoordde het duidelijk: “Havens praten met elkaar. Als een van ons een werkbare oplossing vindt, of het nu gaat om een veiligheidsprotocol, een lay-out of een trainingsmodule, dan delen we die.” Van Hulst verbreedde het perspectief: “Havengebieden zijn de plekken waar de nieuwe waterstofsector voor het eerst voet aan de grond zal krijgen en uiteindelijk tot bloei zal komen. Er liggen enorme kansen voor havens om samen te werken, ook wereldwijd. Sommige havens lopen al ver voorop; laten we hun vooruitgang aanstekelijk maken.” Dit is de kern van maritieme waterstofvalleien: gezamenlijke planning, gedeelde veiligheidsconcepten en herbruikbare ontwerpsjablonen die van de ene haven naar de andere kunnen worden overgedragen.

Naber van der Aa koppelde samenwerking aan de directe volgende stappen: “We boeken gestaag vooruitgang, maar om het momentum vast te houden, moeten we samen de volgende stappen vastleggen, met name op het gebied van bunkerregels. Door nauw samen te werken hebben we ondanks het ontbreken van duidelijke regels een praktische oplossing gevonden. We delen deze met alle Nederlandse havens. Internationale schaalvergroting volgt zodra er EU-kaders zijn; tot die tijd beperken uiteenlopende lokale regelgevingen de invoering.”

Vraag, beleid en het vertrouwen om te investeren

Een terugkerende belemmering is de cirkelredenering rond de vraag. Walison vatte de patstelling als volgt samen: “Scheepseigenaren aarzelen om afnameovereenkomsten te ondertekenen zolang de toekomstige brandstofkeuze onzeker blijft. Ze willen geen volumes vastleggen als ze geen vertrouwen hebben in het brandstofbeleid op lange termijn.” Noé pleitte voor duidelijkere beleidssignalen om die vicieuze cirkel te doorbreken: “Het creëren van vraag is absoluut cruciaal. Als je de waardeketen helemaal volgt tot aan de consument, kunnen de extra kosten kleiner zijn dan mensen denken als we de juiste prikkels ontwerpen. We hebben slimmer en krachtiger beleid nodig dat eindgebruikers helpt om groenere producten te kiezen. Dit gaat niet alleen over de energietransitie, maar ook over economische veerkracht.”

Hij wees op openbare kopers als early movers: “Overheidsopdrachten mogen niet koolstofneutraal zijn. Het stellen van een duidelijke eis, bijvoorbeeld 10-20% duurzame inhoud in relevante aanbestedingen, zou een krachtig signaal afgeven, vroege markten lanceren en groene brandstoffen veel sneller normaliseren.”

Bijdrage van het publiek

De echte waarde van de sessie kwam voort uit de actieve deelname van een unieke, diverse groep: havenleiders, scheepseigenaren, brandstofleveranciers, classificatiebureaus, technologieleveranciers, financiers, regelgevers, planners en onderzoekers.
Ondanks de breedte van de onderwerpen kwamen een aantal thema’s steeds weer terug: vergunningverlening en afstemming op veiligheid, gereedheid van de interface tussen schip en wal (en lucht en grond), grensoverstijgende normen en investeerbare bedrijfsmodellen.

De deelnemers verrijkten de discussie met praktische casestudy’s over het retrofitten van schepen, proeven met bunkering, operationele training en beleidsafstemming, waardoor het gesprek stevig verankerd bleef in praktische toepassingen in plaats van abstracte theorie.

Conclusie

Als de NSH2V Ports-sessie één boodschap had, dan was het wel deze: wacht niet op volledige zekerheid. En zoals Van Hulst waarschuwde, is ervoor kiezen om geen ruimte te maken nog steeds een keuze, maar wel een keuze met gevolgen. Het is nu onze taak om beleid te blijven vertalen naar de praktijk, één ligplaats, één bunker en één gedeeld sjabloon tegelijk, zodat waterstof in havens de norm wordt.

Deze experts werken mee

Danah Kolstee, MA

Betrokken bij 2 projecten
2 artikelen gepubliceerd

Joshua Dauda, MSc

Betrokken bij 2 projecten
2 artikelen gepubliceerd